Lerarenopleiding basisonderwijs

Zaterdag 18 november

09.30 u. - Lien Vanopstal & Daan Debuysere (MP.L00.106)

SOS Schrijven op school

Peilingen in zowel Vlaanderen (2018) als Nederland (2019) zijn heel duidelijk: de resultaten voor schrijfvaardigheid zijn nog teleurstellender dan die voor leesvaardigheid. Zo slaagt slechts de helft van de Vlaamse kinderen erin om bij het schrijven spontaan de gepaste woordenschat te gebruiken. Ook het doel bereiken en vormelijk correcte zinnen maken, blijken pijnpunten te zijn (Dierick 2020). Het is duidelijk dat schrijven niet alleen een complexe vaardigheid is, het vereist ook veel oefening én een degelijke instructie. Zowel de kwantiteit als de kwaliteit van schrijfopdrachten zijn dus van belang. En net daar boet de huidige klaspraktijk vaak aan in.

Via een onderwijskundig ontwerponderzoek en in co-creatie met leraren ontwikkelde het onderzoeksproject ‘SOS Schrijven op school’ een didactisch kader voor effectieve schrijflessen. Op basis van dit kader ontwierp het twee motiverende schrijfpakketten voor leerlingen van de derde graad (groep 7 en 8). Strategie-instructie, feedback en kansen tot samenwerkend schrijven staan centraal. Tijdens deze bijeenkomst stellen we ons didactisch kader en de schrijfpakketten graag aan u voor.”

 

10.30 u. - Sara Verbrugge & Helena Taelman (MP.L00.106)

ORION (Observatie-instrument Rijke Interactie in de Onderbouw): Kleuterleerkrachten meer inzicht bieden in individuele spreekkansen in een klas

Niet alle kleuters krijgen voldoende spreekkansen in de klas (zie Peleman, Vandenbroeck & Van Avermaet, 2020). SES-achtergrond en (anders)talige achtergrond blijken hier een rol in te spelen. Zo krijgen kansarmere kinderen minder open en denkstimulerende vragen dan kansrijkere kinderen. Bovendien zijn er veel wachtmomenten in de kleuterklas met weinig kwaliteitsvolle interactie. Het aantal interacties met de leerkracht varieert enorm van kleuter tot kleuter (Chaparro-Moreno et al., 2019). Om leerkrachten meer bewust te maken van de kwantiteit en kwaliteit van de individuele spreekkansen bij kinderen die baat hebben bij extra taalondersteuning, stellen we ORION voor. ORION is een observatie-instrument dat gebruikt wordt om talige interacties in de kleuterklas in kaart te brengen (Verbrugge & Boderé, 2022). Dit instrument is gebaseerd op het internationale instrument LiSn (=Language Interaction Snapshot, Atkins-Burnett et al., 2011), maar werd aangepast aan de realiteit en noden van onze kleuterklassen. Tijdens onze bijdrage rapporteren we over het professionaliseringstraject dat we opstelden om de leerkrachten het observatie-instrument te leren gebruiken en op basis hiervan collega’s te coachen. We beschrijven onze aanpak en we bespreken de kansen en de uitdagingen die de leerkrachten ondervinden.

 

12.00 u. - Boukje Bruins (MP.L00.106)

Boek en burgerschap. Interactie op de lerarenopleiding over de inzet van rijke, schurende en naburige jeugdliteraire teksten in het burgerschapsonderwijs

Basisscholen zijn verplicht om burgerschapsonderwijs een plek te geven in het curriculum. Veel scholen zijn zoekende hoe zij dit kunnen ontwikkelen (Peil.Burgerschap, 2022). Hogeschool KPZ, Hogeschool IPABO en Iselinge Hogeschool hebben samen onderwijsactiviteiten ontworpen, waarbij op iedere locatie aankomende leraren aan de slag gingen met burgerschapsonderwijs aan de hand van een rijk jeugdliterair boek en andere rijke teksten. De studenten kregen deze boeken cadeau. De bijeenkomsten werden ontworpen en geleid door een docent burgerschapsonderwijs en een docent taal.

De bijeenkomsten waren gericht op culturele diversiteit en het innemen van andere perspectieven. Tijdens de bijeenkomsten was er ruimte om te praten over de boeken en verschillende perspectieven te verkennen. Dit gebeurde door literatuurcirkels te houden waarin de deelnemers verschillende rollen innamen en door het gelezen boek naast schurende en naburige bronnen te plaatsen. Daarnaast werden tijdens de bijeenkomst toepassingsmogelijkheden naar de praktijk van de basisschool verkend door de inzet van verschillende werkvormen. Deze werkvormen hadden als doel bij te dragen aan bewustwording en versterking van de eigen kennis, waarden, opvattingen, vaardigheden op het gebied van burgerschap én aan versterking van de pedagogisch-didactische competenties om deze boeken te benutten in het onderwijs.

Tijdens de workshop delen we ervaringen en tonen we lesmaterialen.

 

 

13.00 u. - Iris Wierdsma (MP.L00.106)

Een rijke taalomgeving? Omgaan met absolute beginners

Soms krijg je nieuwe kinderen in de groep die (bijna) geen woord Nederlands verstaan of spreken. Nieuwkomerskinderen van peuter- en kleuterleeftijd stromen  immers vaak meteen in op een reguliere peuteropvang of onderbouwgroep. De speciaal voor nieuwkomers ingerichte schakelklas of Taalklas is er dikwijls pas voor kinderen vanaf groep 3. Naast nieuwkomers, heb je in je groepen soms te maken met anderstalige leerlingen die wel al langer in Nederland zijn, maar nog niet of nauwelijks Nederlands begrijpen en spreken. De omgang met deze kinderen vraagt om een bepaald expertise.

Kinderen die nog helemaal geen Nederlands spreken en verstaan noemen wij  ‘absolute beginners’. Zij zijn gebaat bij een heel beperkt taalaanbod gericht op de eerste duizend woorden (het omgekeerde van rijke (vve)-taalstimulering). Tijdens deze workshop laten we zien en gaan we oefenen hoe we absolute beginners het beste kunnen ondersteunen in hun taalontwikkeling.