Basisonderwijs

Vrijdag 17 november

13.15u. Joanneke Prenger en Jocelijn Pleumeekers (MP.L00.123 )

Op weg naar geactualiseerde kerndoelen Nederlands (po en vo onderbouw)

De kerndoelen die nu nog gelden voor het basisonderwijs en de eerste jaren van het voortgezet onderwijs komen uit 2006. Ze zijn niet actueel meer en zijn ruim geformuleerd. Dit geeft onduidelijkheid bij leraren over wat moet en mag in het leergebied Nederlands.

Een team van leraren, lerarenopleiders en curriculumexperts heeft in september een set geactualiseerde conceptkerndoelen opgeleverd. Met deze concrete en actuele kerndoelen hopen we een impuls te geven aan het onderwijs in het leergebied Nederlands, uiteraard in samenhang met de andere leergebieden. De geactualiseerde kerndoelen beschrijven waar leerlingen mee in aanraking moeten komen (aanbod), welke inspanning er van hen verwacht wordt met het oog op ervaringen en wat ze uiteindelijk moeten beheersen.

In deze sessie nemen we de deelnemers mee in het ontwikkelproces, laten we zien welke veranderingen er te verwachten zijn en tonen we de geactualiseerde conceptkerndoelen. Ook zullen we ingaan op de afstemming met de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en het vervolgtraject.

14.15u. Ellen Vanantwerpen & Ann Eerebout (MP.L00.123 )

Meer taalvitamines in de meertalige kleuterklas!

Kwaliteitsvolle interacties zijn cruciaal voor de taalontwikkeling van één- en meertalige kleuters. De kleuterklasomgeving lijkt een ideale omgeving voor deze nood. Toch liet het Vlaamse screeningsinstrument Koala in 2021 zien dat 15% van de kleuters onvoldoende Nederlands beheerst om vlot aan het eerste leerjaar te kunnen beginnen. In scholen met veel anders- en meertalige kinderen stijgt dit percentage tot 30%.
Onderzoek leert dat de taalimpulsen in de kleuterklas vooral de taalsterke kleuters bereiken. Minder taalvaardige kleuters krijgen heel wat minder gesprekskansen in de klas. Ook de kwaliteit van de interactie zelf is te weinig sterk om de taalontwikkeling een boost te geven (Frijns, 2017 en Algoet, 2015).

In het Vitamine T–project gaat het Centrum voor Taal en Onderwijs samen met Schoolmakers twee jaar lang op weg met 20 basisscholen met een zeer taaldivers publiek om een taalbeleid uit te bouwen dat (kleuter)leerkrachten ondersteunt in het toevoegen van krachtige ‘taalvitamines’ aan hun dagelijkse kleuterklaspraktijk.

 

In deze workshop geeft CTO-medewerker Ellen Vanantwerpen concreet invulling aan die cruciale taalvitamines voor de kleuterklaspraktijk. Directeur Ann Eerebout van taaldiverse basisschool Dokata in Gent licht toe hoe de Vitamine T – kuur het team van de Dokata-school inspireert en ondersteunt om de dagelijkse taalkansen echt te grijpen en nog meer werk te maken van taalkrachtige leeromgevingen voor kleuters.

15.45u. Suzanne van Norden & Petra de Lint (MP.L00.123 )

Beter schrijfonderwijs door meer kennis over genres

Goed schrijfonderwijs begint met interessante onderwerpen, goede schrijfopdrachten en duidelijke criteria waaraan teksten moeten voldoen. Daar is genrekennis voor nodig. Teksten binnen een genre hebben een vergelijkbaar doel en zijn op een vergelijkbare manier opgebouwd. Per situatie kunnen ze ook weer van elkaar verschillen in woordgebruik en toon. Waar focus je op in je schrijfopdrachten, je instructie en je feedback? Hoe leer je kinderen beter schrijven en hoe motiveer je ze?

Petra de Lint en Suzanne van Norden schreven hierover een praktisch boek, getiteld Wat een goede tekst!. In deze presentatie laten ze zien hoe (kinder)teksten in verschillende genres eruit kunnen zien en waar je op kunt focussen in je schrijflessen.

16.45u. Jolien Wouters & Jozefien Loman (MP.L00.123 )

Krachtige evaluatie van begrijpend lezen: complexiteit en variatie in toetsvragen

Met Sleutel 6 ontwikkelen we een leerlingvolgsysteem voor begrijpend lezen in het lager onderwijs. Deze digitale tool bevat screening-tools (gestandaardiseerde toetsen), breedbeeld-tools (instrumenten voor een verbreding en verdieping van de beeldvorming), én geeft de leraar feedback in de vorm van resultaten en tips. We zoomen we in op de gestandaardiseerde toetsen, die een variatie aan tekstsoorten- en types en vraagtypes bevatten. Hoe ziet die variatie er concreet uit? Wat maakt een bepaalde toetsvraag moeilijker dan een andere? Welke criteria bepalen de variatie in moeilijkheidsgraad van toetsvragen in Sleutel 6? Aan de hand van een paarsgewijze vergelijking vergeleken zowel leraren als experten toetsvragen qua moeilijkheidsgraad en formuleerden criteria die hun keuzes staafden. Na vergelijking en aanvulling met theoretische kaders kwamen we tot een verzameling ‘tags’ die de variatie en complexiteit van toetsvragen kunnen verklaren. Deze ‘tags’ helpen de leraar bij diagnose en analyse wanneer ze met Sleutel 6 aan de slag gaan.